Verslag van de uitreiking van de Lof der Zotheidspeld 2022

op 27 oktober in de Burgerzaal van het stadhuis te Rotterdam

De uitreiking van de 12e Lof der Zotheidspeld aan kunstenaar Peter Koole is een belangwekkende gebeurtenis geworden.

De gouden Lof der Zotheidspeld, ontwerp Neel Korteweg

Het begon al met mooie muziek tijdens de inloop vanaf 16.30 uur, op het orgel van de Burgerzaal van het stadhuis. 

Mw Irene Smit (bestuurslid Comité Erasmus Rotterdam) opende de feestelijke bijeenkomst:

“Die laatste melodie herkende u waarschijnlijk als…. Dona, nobis pacem  of Geef ons vrede.

Maar wat was al die heftigheid daarvoor? Dat begon met een “bataille”: oorlogsmuziek uit de tijd van Erasmus, gevolgd door nog 2 strijdbare stukken voor orgel uit latere tijd: de “Corrente Italiana” van Juan Cabanilles Barberá (1644-1712) en “Laat ons juichen Batavieren”, weliswaar van  Mozart (1756-1791) maar wel gebaseerd op een Nederlands lied.

Adriaan Hoek, onze nieuwe stadsorganist, preludeerde op ons Erasmiaanse thema van dit jaar: Weg met oorlog! Het onstuitbare pacifisme van Erasmus.

Dit thema, omdat precies 500 jaar geleden de samenspraak met de titel ”de bekentenis van een huursoldaat” verscheen.

Verder was er in 1522 ook een uitgave van “De klacht van de vrede”, die zich in de Erasmus collectie van de bibliotheek bevindt. Oorlog en vrede dus.

lees verder

Vervolgens heette Steven Lamberts (voorzitter Comité Erasmus Rotterdam) alle aanwezigen hartelijk welkom:

Mijnheer de wethouder, mijnheer Koole, familie en vrienden van de heer Koole, geachte aanwezigen, welkom bij de viering van de 556ste verjaardag van Desiderius Erasmus.

Om logistieke redenen  vieren wij de verjaardag vandaag een dag te vroeg; Erasmus maakte herhaaldelijk duidelijk dat hij op 28 oktober was geboren, merkwaardigerwijs bleef hij heel onduidelijk over zijn geboortejaar:1466 wordt het meest waarschijnlijk geacht.

Ik ben Steven Lamberts, voorzitter van het comité Erasmus, icoon van Rotterdam, een comité waarin 16 Rotterdamse instellingen en organisaties samenwerken met het doel Erasmus tot HET boegbeeld van zijn geboortestad te maken.

Doel van ons comité is het bevorderen van de bekendheid van het gedachtegoed van Erasmus bij alle Rotterdammers en het bevorderen van het gebruik van zijn naam, eigenlijk zijn “merk”, bij het positioneren van de stad Rotterdam in binnen- en buitenland.

Erasmus en zijn geboortestad zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Deze band schiep 

Erasmus zelf door zijn naam vanaf zijn eerste gedrukte publicatie te koppelen aan Rotterdam. 

Door zijn brede internationale bekendheid, maar vooral door zijn gedachtegoed is Erasmus een symbool, of als u wilt een icoon van Rotterdam geworden.

lees verder

Hierna legde loco-burgemeester Faouzi Achbar uit waarom de Lof der Zotheidspeld dit jaar naar kunstenaar Peter Koole gaat:

Dames en heren, 

Van harte welkom in de Burgerzaal van het stadhuis. Een prachtige plek om de verjaardag van de beroemdste Rotterdammer aller tijden te vieren: Desiderius Erasmus Roterodamus. 

Eigenlijk een dag te vroeg, want hij is morgen pas echt jarig. Maar dat mag de pret niet drukken. Het is tenslotte al heel bijzonder dat we er eeuwen later nog steeds een feest van maken.  

Vast onderdeel van dit jaarlijkse ritueel is de uitreiking van de Lof der Zotheidspeld. Een onderscheiding voor iemand die leeft en werkt in de geest van Erasmus. Een stadsgenoot die op geheel eigen wijze verslag doet van misstanden in onze tijd. Dan heb ik het natuurlijk over beeldend kunstenaar Peter Koole. 

Hij, voor wie rang noch stand veilig is, ageert niet tegen bepaalde personen, maar tegen het kwaad in het algemeen.

Dit citaat uit Lof der Zotheid omschrijft u ten voeten uit, meneer Koole. Net als Erasmus strijdt u tegen onrecht, tegen dingen die overduidelijk niet pluis zijn. 

Soms is het kwaad open en bloot, soms zit het verborgen. Dan legt u de vinger op de zere plek en maakt het zichtbaar voor iedereen. Erasmus deed dat met woorden, u doet het met verf. En soms met geverfde woorden. 

Onrechtvaardigheid raakt u diep. Zo zeer zelfs, dat sommige zaken u niet loslaten. U duikt dan vol overgave in het blootleggen van die wantoestand. U verzamelt informatie uit de media, leest boeken en probeert de achtergronden te begrijpen. 

Om het onrecht vervolgens op het doek aan de kaak te stellen. Om mensen te informeren of eraan te herinneren. 

foto: Peter van Wijk

Een bekend voorbeeld is uw werk over de val van Srebrenica. Het verlies van zoveel levens, gevolgd door een jarenlange strijd voor erkenning tekent de nabestaanden. Uw doeken maken de gevolgen van die dramatische gebeurtenis duidelijk. 

lees verder

Juryrapport toekenning Lof der Zotheidspeld aan beeldend kunstenaar Peter C. Koole

Het Comité Erasmus, Icoon van Rotterdam heeft de Lof der Zotheidspeld 2022 toegekend aan de Rotterdamse schilder Peter Koole (Middelburg, 1958) voor zijn geëngageerde werk. Koole ontvangt de prijs op donderdag 27 oktober in de Burgerzaal van het Rotterdamse stadhuis uit handen van Burgemeester Aboutaleb, tijdens de viering van de verjaardag van Desiderius Erasmus.   

De schilderijen van de Rotterdamse beeldend kunstenaar Peter Koole (1958) zijn stille, des te meer indrukwekkende getuigenissen van dramatische en onrechtvaardige gebeurtenissen die de wereld schokken. Gebeurtenissen die voor korte of langere tijd de media beheersen om daarna meestal weer naar de achtergrond te verdwijnen. Helaas moeten we vaak later erkennen dat juist deze gebeurtenissen van historische betekenis zijn gebleken en dat we ze hadden kunnen lezen als signalen, zo je wilt als waarschuwingen voor de toekomst.

De val van Srebrenica, de ramp met de MH17, de moord op de Russische journaliste Anna Politkovskaja, de arrestatie van de leden van Pussy Riot, zijn enkele van de onderwerpen die hij in beeld brengt.

lees verder

Siebe Thissen, voormalig hoofd beeldende kunst & openbare ruimte bij het Centrum Beeldende Kunst Rotterdam, droeg hierna zijn lezing

ERASMUS ALS MOREEL KOMPAS IN TIJDEN VAN OORLOG”

over Jan Mispelblom Beyer en Rotterdam voor:

Op 20 september 1941 deed Jan Mispelblom Beyer zijn Intrede bij de Remonstrantse Gemeente te Rotterdam. In een volgepakte Arminiuskerk werd de zojuist beroepen predikant uit Leiden geïntroduceerd als een leraar met een open blik – als een denker en doener die bewezen had de werkelijkheid te kunnen doorgronden. Hoe benard en benauwd die werkelijkheid sinds mei 1940 ook was, van de nieuwe predikant werd verwacht dat hij de noties van geloof, hoop en liefde fier overeind zou houden. 

Jan Mispelblom Beyer 

De beroeping van Mispelblom Beyer in Rotterdam gold als een daad van verzet in oorlogstijd. Want de reputatie van deze theoloog was niet onomstreden. Hij was een van de belangrijkste spreekbuizen van de vredesbeweging in Nederland. Mispelblom Beyer was pacifist, antimilitarist en religieus-anarchist. Hij was bevriend met Clara Wichmann en Henriëtte Roland Holst, en schreef talloze artikelen voor tijdschriften als De Wapens Neder, Bevrijding en Vredesstrijd. In zijn bijdragen hekelde hij de oorlog en het militarisme; hij propageerde de dienstweigering en verwierp kolonialisme en racisme. Ook kwalificeerde hij de discriminatie van vrouwen als een gruwelijk onrecht. Bovendien was hij zeer actief in de antimilitaristische vereniging Kerk en Vrede, opgericht in 1924 door de Leidse hoogleraar Gerrit Jan Heering, bij wie hij theologie en filosofie had gestudeerd. Zijn leermeester was in de jaren 1930 driemaal genomineerd voor de Nobelprijs voor de Vrede. En nu zat Heering in de voorste banken van de Arminiuskerk.

Kerk en Vrede stond echter hoog op de lijst van verdachte organisaties die door de Nederlandse Centrale Inlichtingendienst in de gaten werden gehouden. In een geheim rapport uit 1939 werd het profiel van Mispelblom Beyer in staccatovorm opgetekend: links-extremistisch persoon; anarchistisch-antimilitaristisch spreker; voorzitter Kerk en Vrede te Leiden; voorzitter van de Internationale Antimilitaristische Vereniging; bestuurslid Jongeren Vredes Actie; lid van het Amnestiecomité voor de Bemanning van de Zeven Provinciën; redacteur van Vredesstrijd; lid van het Comité voor Indische Ballingen; ondertekenaar Dienstweigeringsmanifest Mobiliseren. In een hypernerveus tijdvak waarin soldaten werden gemobiliseerd tegen een mogelijke inval van het Derde Rijk gold Mispelblom Beyer als staatsgevaarlijk. Hoewel het geloof in het gebroken geweertje sinds 1940 danig op de proef werd gesteld, telde Kerk en Vrede nog bijna vijfduizend leden, onder wie meer dan driehonderd predikanten. Twee jaar eerder was het lidmaatschap van deze vereniging al voor ambtenaren verboden verklaard. Bij veel kerken waar dominees van Kerk en Vrede predikten, stonden in 1939 en 1940 militairen op wacht om toe te zien dat er geen gemobiliseerde soldaten naar pacifistische preken zouden luisteren. 

lees verder

Op de omloop naast de Burgerzaal kregen alle aanwezigen vervolgens de gelegenheid om Peter Koole met zijn uitverkiezing te feliciteren.

Maker van de video: Marcella Kuiper, in opdracht van de Jeanne Oosting Stichting.

Erasmus Online nu vrij toegankelijk via Bibliotheek Rotterdam 

Erasmus Online is dé wetenschappelijke standaardbibliografie over de vroegmoderne edities van Desiderius Erasmus. De database is nu online vrij toegankelijk via de website van Bibliotheek Rotterdam. Unieke onderzoeksmogelijkheden Erasmus Online (EOL) is het meest volledige bibliografische overzicht van Erasmiaanse drukgeschiedenis. Het biedt unieke onderzoeksmogelijkheden vanwege gedetailleerde bibliografische gegevens per editie, zoals colofon- en imprintgegevens, formaat, collatie, referenties naar andere bibliografieën en bekende exemplaren in bibliotheken wereldwijd. Gecombineerde zoekmogelijkheden geven snel inzicht in de drukgeschiedenis van Erasmus’ oeuvre. Alle opgenomen Erasmusedities worden via een eigen EOL-nummer geïdentificeerd. Deze EOL-verwijzingen worden gebruikt in andere bibliografische standaardwerken, zoals de Universal Short Title Catalogue en de wetenschappelijke standaardeditie van Erasmus’ Latijnse werken ASD (uitgegeven door Brill). De database wordt vanuit Bibliotheek Rotterdam doorlopend aangevuld en verbeterd. 

Ontstaan van de database 
Het ontstaan van Erasmus Online is nauw verbonden met de Erasmuscollectie in Bibliotheek Rotterdam. In de jaren 1960 besloot toenmalig bibliothecaris Egbertus van Gulik tot het in kaart brengen van de Erasmiaanse drukgeschiedenis. Behalve van de eigen collectie in Rotterdam maakte hij daarbij gebruik van de laatnegentiende-eeuwse bibliografie van Ferdinand vander Haeghen, Bibliotheca Erasmiana, en schreef hij een groot aantal erfgoedbibliotheken wereldwijd aan met het verzoek om informatie. Van Gulik verzamelde alle gegeven in een kaartcatalogus, die bekend staat als het ‘Apparaat Van Gulik’. Erasmus Online is de gedigitaliseerde versie van deze kaartcatalogus, die inmiddels in digitale vorm sterk is uitgebreid en nog steeds groeit. 

Erasmuscollectie Rotterdam
Bibliotheek Rotterdam beheert de grootste Erasmuscollectie ter wereld en bevat meer dan drieduizend edities met werken van Erasmus, gedrukt vóór 1900. Vanaf de 19de eeuw is het werk van Erasmus door de bibliotheek actief verzameld. Vooral in het begin van de 20ste eeuw groeide de collectie uit tot een unieke verzameling die een representatief beeld biedt van Erasmus’ ideeën, de ontwikkeling van zijn denken en de verspreiding van zijn werk door heel Europa. De vele lezerssporen in de collectie laten bovendien zien op welke manier lezers zijn teksten door de eeuwen heen hebben gebruikt. Naast een historische Erasmuscollectie beheert Bibliotheek Rotterdam een moderne collectie Erasmusboeken, die weergeeft hoe Erasmus vanaf 1900 is gelezen, gebruikt en onderzocht. Bezoek Erasmus 

Online via https://www.bibliotheek.rotterdam.nl/erasmus-online-database

Erasmus dropjes!

Uit recent onderzoek door onderzoeksbureau Kien blijkt dat ruim 61 procent van de inwoners van Rotterdam niet of nauwelijks weten wie Erasmus was. Dat was aanleiding voor Olaf Ouwerkerk om een Erasmus Dropje te ontwikkelen, een smakelijke geschiedenisles in de vorm van een dropje, om het gedachtegoed van Erasmus te doen herleven en als zacht zoet eerbetoon.
Het dropje heeft de vorm van het standbeeld van Erasmus dat naast de Laurenskerk in Rotterdam staat, op een steenworp afstand van zijn ouderlijk huis. Elk doosje is gevuld met 160 gram heerlijke zacht/ zoete Erasmus dropjes. De dropjes zijn 100% vegetarisch.
Ze zijn te koop bij R’dam Tourist Information, Donner, KEET, Foodelicious en R’dams Warenhuis. Grote aantallen zijn te bestellen via info@rotterdammertjes.com

Op 3 augustus werd het eerste doosje met dropjes tijdens de Opening van het Academisch Jaar van de Erasmus Universiteit uitgereikt aan de nieuwe voorzitter College van Bestuur prof. dr Ed Brinksma.

Op naar meer bekendheid van onze beroemdste burger!

Meer adagia

“Laat ieder z’n eigen overtuiging eren zonder die van een ander te beledigen”.
Deze spreuk staat op het Kruisplein, tegenover het Centraal station. Aan de andere kant van het Kruisplein, nabij ingang Kruiskade, staat “De belangrijkste voorwaarde voor geluk is dat je wilt zijn wie je bent.”
De spreuk ernaast staat in Gouda, op een vier meter hoge witte muur.

Ankertegels met pictogram Erasmus in België

Een Belgische vriend van onze stichting heeft het bedrijf in Herstal, dat in december 2018 180 ankertegels via een veiling bij Gemeentewerf Centrum kocht, opgebeld. Hij kreeg te horen dat wij ze voor 5000 euro konden komen ophalen.

Voor een ontwerp op de plek waar het beeld van Erasmus oorspronkelijk stond (naast de Markthal, waar wij in 2017 een informatiezuil hebben geplaatst) zijn er ongeveer 100 nodig. Daarvoor moet dan rond de 3000 euro worden betaald.

Tot nu toe hebben wij nog geen handen op elkaar gekregen voor een actie om dit geld bij elkaar te krijgen. Vaker wordt opgemerkt dat wij ons verlies maar moeten nemen, omdat:

  1. De ankertegels door miscommunicatie bij de gemeente het land uit zijn.
  2. Of er ooit een memorial op de oorspronkelijke plaats van het standbeeld komt mét ankertegels, is een open vraag.

Opvolger van Erasmus

Erasmus was tot nu toe de eerste en enige Nederlander die Lady Margaret’s Professor of Divinity (goddelijkheid) aan Cambridge University was. Sinds eind vorig jaar heeft hij een Nederlandse opvolger die net als Erasmus gelooft in de waarde van de humaniora (de studie die tot ware menselijkheid vormt, te weten die der klassieke talen en literatuur) voor de basisvorming van mensen en dus voor de kwaliteit van iedere samenleving: theoloog Geurt Henk van Kooten.

´Rede en religie tegenpolen? Helemaal niet´ zegt theoloog Geurt Henk van Kooten. En dat betoog gaat hij vanaf oktober in Cambridge houden op de Real Madrid onder de leerstoelen. ‘Dat verzin je niet.’
Door Thereza Langeler, Ukrant Erasmus Universiteit

Denk je aan Jezus, dan denk je aan kerst en kerk. Aan een lieve, hippie-achtige figuur, met witte kleren en een baard. Misschien aan gospelkoren op tv, goedbedoelende evangelisten aan je deur. Maar waarschijnlijk niet zozeer aan Socrates.

‘Toch lijken ze best veel op elkaar’, betoogt theoloog Geurt Henk van Kooten. ‘Ze gingen allebei de marktpleinen op om in gesprek te gaan, spraken veel in gelijkenissen. Ze vonden allebei dat je religie en staat moest scheiden. En allebei lieten ze zich door de overheid ter dood veroordelen.’

En het verschil dan? Is de een niet hét symbool van religie en irrationeel vertrouwen, terwijl de ander staat voor filosofie, voor ratio? Nee, zegt Van Kooten. Rede en religie zijn niet elkaars tegenpolen, ze horen bij elkaar. Die relatie gaat hij vanaf oktober onderzoeken aan de universiteit van Cambridge, waar hij de nieuwe Lady Margaret’s Professor of Divinity wordt.

Dat is niet zomaar wisselen van werkgever. Als theologie voetbal was en leerstoelen voetbalclubs, dan is Lady Margaret’s Chair zeg maar Real Madrid. De leerstoel is één van de oudste ter wereld, in 1502 in het leven geroepen door Margaret Tudor, de grootmoeder van koning Henry VIII. De laatste Nederlander die de positie vóór Van Kooten bekleedde, was Erasmus.

Hopeloos irrelevant
‘Je verzint van tevoren niet dat je wordt aangenomen’, glimlacht Van Kooten, die in Engelstalige landen als George door het leven gaat. Spreekt wat makkelijker uit dan Geurt Henk.

Hoe beland je eigenlijk bij het Real Madrid onder de leerstoelen? ‘Solliciteren. Ik mocht in januari een verhaal komen houden op de faculteit over de rol van de leerstoel in de 1e eeuw.’ Van Kooten grinnikt: ‘Ze wilden weten wat ik zou zeggen tegen iemand die mijn vak hopelessly irrelevant and self-referential zou vinden.’

Van Kooten bestudeert het Nieuwe Testament; het tweede, christelijke deel van de Bijbel, dat het levensverhaal van Jezus vertelt en vervolgens beschrijft hoe de christelijke leer zich over Europa en West-Azië verspreidde. Een verzameling geschriften die nu op de kop af tweeduizend jaar oud zijn, een religieus boek in een meer en meer seculiere wereld. Zo bezien is het niet eens zo raar om theologie een irrelevant, in zich zelf gekeerd wetenschapsgebied te noemen. Maar dan moet je net Geurt Henk van Kooten hebben.

Sinds de Verlichting zijn we geneigd om religie en filosofie als tegengesteld te zien
‘De Bijbel heeft een beetje de naam op zichzelf te staan, niet bij de rest van onze cultuur te horen. Dat klopt niet: het hele Nieuwe Testament is geschreven in het Grieks.’ In een taal, dus, waarvan de schrijvers wisten dat iedereen ‘m snapte, van Jeruzalem tot Rome en van Korinthe tot Istanbul. Kennelijk was het belangrijk dat de boeken op al die plekken gelezen konden worden. Kennelijk waren dezelfde mensen die zich graag verdiepten in Socrates ook wel benieuwd naar Jezus.

Grillige wezens
‘Sinds de Verlichting zijn we geneigd om religie en filosofie als tegengesteld te zien, maar in de oudheid werkte dat helemaal niet zo’, legt Van Kooten uit. ‘Bijna alle filosofen waren op de één of andere manier wel bezig met het goddelijke. Bovendien: voor die tijd was het christendom enorm rationeel.’ De mensen waren gewend dat goden grillige wezens waren die je tevreden moest houden met offers. Voor de god waarover Paulus preekte, hoefde dat niet.

‘In de eerste drie eeuwen na Christus was het christendom niet eens officieel toegestaan. Toch waren er overal in het Romeinse rijk mensen die zich bekeerden. Wat betekent dat voor de verhouding tussen het nieuwe testament en de cultuur van de oudheid? Waarom voelt een Griek of een Romein zich aangetrokken tot wat daarin staat?’

Van Kooten is ervan overtuigd: er is nog een heleboel te ontdekken over het meest verkoch-te boek ter wereld. Om dat te doen, moet je het Nieuwe Testament niet bestuderen in conti-nuïteit met het oude (‘de binnenbijbelse manier, zeg maar’), maar in relatie tot al het andere wat er op intellectueel gebied gebeurde toen het geschreven werd.

Overtuigd
De staf in Cambridge is ook overtuigd geraakt, toen tijdens dat praatje in januari. En dus is de leerstoel voor Van Kooten. Voor onbepaalde tijd gaat hij als Lady Margaret’s Professor of Divinity onderwijs geven en onderzoek doen naar de relatie tussen filosofie en religie in de oudheid. In Groningen is zijn faculteit, godgeleerdheid en godsdienstwetenschappen, de allerkleinste. Binnen de letterenfaculteit is Grieks en Latijn misschien wel de kleinste studie. Dat zit in Cambridge anders. ‘Omdat ze daar heel anders tegen de opleiding aankijken.’ Theologie is in Nederland vergelijkbaar met geneeskunde: een vastomlijnd pad naar een vastomlijnd beroep, respectievelijk dominee of dokter. Maar in Engeland kun je rustig theo-logie studeren en vervolgens acteur worden.

Paddingtonfilms
‘Hoe heet die man ook weer’, mompelt Van Kooten voor zich uit, terwijl hij op zijn telefoon Wikipedia doorzoekt. ‘Hij speelt in de nieuwe Paddingtonfilms en in Downton Abbey… Hugh Bonneville!’ Hij wijst op zijn telefoonschermpje. Read theology at Cambridge, staat in de biografie.
En zo kent Van Kooten er nog wel een paar. ‘James Norton, ook acteur – theologie in Cam-bridge. Boris Johnson, de minister van Buitenlandse Zaken – klassieke talen in Oxford. Ze zien die studies daar veel meer als Bildung, als algemene vorming voor de rest van je leven. Wat voor beroep je gaat uitoefenen, zie je later wel.’

Die Bildung-gedachte lijkt Van Kooten wel te passen. Zelf is hij ook ooit theologie gaan stu-deren uit interesse, niet zozeer om een preekstoel te beklimmen. Lange tijd deed hij dat dan ook niet – hij ging promoveren, werd universitair docent, daarna hoogleraar. Pas dáárna, in 2008, is hij ook tot predikant bevestigd.

De kerk is één van de weinige plekken waar om zo te zeggen iedereen zit
‘Daar stond het college van bestuur helemaal achter’, herinnert Van Kooten zich. ‘Ik waar- deer het enorm van de RUG dat ze religie ziet als deel van het publieke domein. Natuurlijk kun je tegelijk religie onderzoeken en zelf religieus zijn. Hoogleraren rechten mogen toch ook rechtspreken? En aan de universiteit van Leiden had je, toen ik daar studeerde, hoogleraren politicologie die tegelijk actief lid waren van de PvdA.’

Een stap extra
Nu leidt hij af en toe – onbezoldigd – een dienst in de Martinikerk. ‘Het voegt echt een dimensie toe aan mijn werk. Mensen gaan er vaak vanuit dat ik voor een preek een stap terug moet doen, dat ik moet versimpelen. Maar het is juist een stap extra. Ik probeer mijn bood-schap voor iedereen relevant te maken. Niet opleggen hoe het is, maar mensen faciliteren, ze iets geven om over na te denken.’

In een collegezaal heb je louter jonge, hoogopgeleide mensen voor je, allemaal ongeveer hetzelfde. Maar kerkgangers zijn allemaal anders: de één student, een ander yup en weer een ander met pensioen. Er zijn managers en moeders, politici en winkelpersoneel en kunstenaars, werklozen en huisartsen, baby’s, bejaarden en alles daar tussenin.

Van Kooten vindt het prachtig. ‘De kerk is één van de weinige plekken waar om zo te zeggen iedereen zit. Letterlijk iedereen kan ook naar binnen lopen. Een kerkdienst is een open bijeenkomst, vol muziek en kunst en poëzie. Ik zou er denk ik zelfs nog heengaan als ik niet religieus was.’